Midden en Noord-Amerika (6).

Verenigde Staten: om goedkoop te leven, kochten "balloon loaf", maar van dat lucht-brood hadden we stapels nodig.
We waren voorgoed afgedaald uit de Mexicaanse bergen, waar we wekenlang tussen kaktus en naaldboom op en neer gingen door telkens andere valleien met toch nog steeds andere Indiaanse stammen, ongelooflijk afwisselend. Nu zaten we in een stadje en de hitte was een broeikas gelijk. Bij het binnen rijden hadden we iemand zien lassen en dat kwam wel van pas: mijn achterwiel - het Argentijnse nog - was gescheurd, een voorbagagedrager en een spatbord gebroken. Vonken spattend werd alles weer aan elkaar gesmolten, het wiel kreeg door de oververhitting een enorme bobbel, die eruit geslagen moest worden.
In stromen zweet zat Henny op de hotelkamer 's avonds in te spaken en andere reparaties te verrichten. Het bed gooiden we nat voor we gingen slapen, stonden 's nachts een paar keer op voor een koude douche en waren 's morgens dolblij weer op de fiets te zitten en de lucht langs ons te voelen die toch iets verkoeling bracht.
W
e hadden er 5 uur voor in de rij gestaan en 1½ uur daarna nog gezeten, voor dat visum van de V.S., maar we konden toen dan ook zo het land binnen. Texas was al even heet, droog en boomloos als Noord-Mexico, maar verdere overeenkomsten waren er niet. Het verkeer was een hele verbetering: niet toeteren, niet stinken en geen lawaai, drukker wel, maar het zoefde zachtjes op de meerbaans wegen voorbij, zonder elkaar in te halen, zeer gedisciplineerd.
Petroleum, eerder altijd los te krijgen, nu alleen in gallon
(4 l) verpakking. Melk was ook in
4 l kartons te koop, maar in de hitte voor dorstige fietsers geen probleem.
Het meest echter moesten we wennen aan het feit, dat je buiten geen mensen zag, steden en dorpen leken verlaten, alleen bij de supermarkt zag je flitsen van haastig uitstappende mensen uit airco auto's naar airco winkels. "Wat is het heet", zeiden ze tegen de buiten wachtende Henny, logisch als je in airconditioning leeft. Ik werd snip verkouden van het boodschappen doen: naar binnen of je een ijskast instapte en eruit of je een oven binnenging. De oogst aan vers voedsel was meestal ook gering.
"Alles is hier ingeblikt", zei ik tegen Henny. "Zelfs de mensen", zei hij.

Verenigde Staten: De Negerhut van Oom Tom bestaat nog steeds
In Houston was dan eindelijk een goede fietsenzaak - het adres hadden we van Hemis-tour in Panama gekregen - waar we de zaak eens goed oplappen konden.
Met opgestuurde onderdelen hadden we in dit werelddeel veel pech gehad: of het kwam niet aan of het was het verkeerde spul - stuurmoeheid van het thuisfront?
Twee dagen sleutelen en poetsen en we konden verder, niet meer geplaagd door talrijke lekkages, eindeloos brekende spaken, door-schietende tandwielen en remblokjes die in één dag versleten waren en dan ook nog de buitenband ingefreesd hadden!
En passant nog goede kaarten op de kop getikt en zo begonnen we de binnenwegen te berijden. Vaak bosrijke, rustige wegen. Die waren alleen niet bewegwijzerd, dus bij een kruispunt moest je wel eens de weg vragen. Op een wandelaar of fietser hoefden we niet te rekenen, een auto aanhouden dus.
Tot onze verbazing stopte bijna niemand; angst, wantrouwen? "Wat doe je op dit weggetje?" werd ons bars, vaak achterdochtig gevraagd, dat je daar voor je plezier fietste kon niemand zich indenken.
Campings lagen niet op fietsafstand uiteraard, bovendien boven ons budget, wat we volledig nodig hadden voor ons voedsel. Vrij kamperen was niet verboden, maar praktisch onmogelijk daar alles omheind was: "Blijf eruit, verboden toegang!" bordjes overal. Bij de boeren dus. Dat werden elke avond een aantal weigeringen tegen één toezegging.
"Mijn moeder is allergisch voor vreemdelingen".
"Nee", zei een oude vrouw, "ik ben maar alleen".
"Over 20 mijl ligt een camping".
"We hebben geen drinkwater".
"Ik ben bang voor brand".
"Als er iemand met een geweer naar buiten komt, kun je beter ophoepelen".
"Ik kan je niet aanraden daar te gaan staan".
Of stomweg: "Nee, ga maar verder".