Zuid-Oost Azië in 2003 (5).
(Vietnam)
De bergstammen woonden in "longhouses" die op lage palen staan, de Vietnamezen wonen in huizen die direct op de grond staan, in tegenstelling tot de landen rondom.
Staatshotels en Tet-feest.
Tussen Buon- Ma-Thout en Pleiku rijden we over een bergkam en nu in het droge seizoen lijken de bossen nog steeds aangetast te zijn door agent orange, het ontbladeringsmiddel dat hier in de Vietnamoorlog volop is rondgestrooid. Ook in Pleiku voelen we ons ongemakkelijk, we mogen alleen overnachten in een duur staatshotel, waar men ons te verstaan geeft dat verder door de bergen fietsen veel problemen met de politie kan opleveren. Deze route is ook onverhard en omdat het de volgende ochtend regent, besluiten we weer naar de kust te gaan.
We verlaten Hoi An heel vroeg in de morgen over een klein weggetje langs de kust. Niemand is buiten, alle mensen zitten binnen aan tafel. In elk huis zien we de sinaasappelboompjes staan, die we de laatste dagen overal langs de weg te koop zagen, nu versierd met knipperende kerstboomlampjes. Op offertafels voor het huis liggen de groene bananen, die in grote hoeveelheden boven op de bussen de afgelopen dagen aange-voerd werden. Bij een Boedhistische tempel wordt op grote gongs geslagen, door mannen in ouderwets Chinees aandoende gewaden.
Vooral de tempels geven de Chinese wortels van of invloed op het Vietnamese volk weer.
Binnenin in de tempels vind je dan erg menselijke goden of godinnen.
"Happy New Year" roept degene die Engels kan ons toe. Het is Tet feest, het Vietnamese Nieuwjaar. Soms zitten kleine groepjes mensen langs de weg gebogen over kaarten, waaruit hun de toekomst voorspeld wordt. Er heerst overal een gelukkige, feestelijke sfeer. We komen weer op highway nr 1 uit en deze drukke verkeersader is bijna verlaten, een enkel brommertje is op weg naar familie. We beklimmen de Wolkenpas in grote rust, genietend van de prachtige uitzichten over de steile rotskust, maar die boven zijn naam eer aandoet door ons in dichte mist te hullen.
Drie dagen lang genieten we van deze onverwachte rust, de enige schaduwzijde is dat er bijna geen eethuisjes open zijn en we niets meer te eten hebben.
Terwijl we in de stromende regen de bergen beklimmen om naar Laos te gaan, kijken we hongerig naar de grote trossen bananen, die nog steeds op de offertafels liggen en ondertussen rijp geworden zijn. Zouden de Goden ons kwalijk nemen als.... Nee, het is een godsgeschenk om deze dagen zo rustig te kunnen fietsen denken we tevreden en vinden dan bovenop de berg toch nog een soeptentje. De noedelsoep, waar we allang op uitgekeken zijn, smaakt nu weer overheerlijk!
In veel dorpen stonden fotografen klaar om de kinderen met mooie achtergronden vast te leggen voor de ouders op deze heugelijke dag.