Zuid-Oost Azië in 2003 (6).
(Laos)

Vanaf het allereerst moment tot de laatste dag hoorden we een onafgebroken "sabadie" (soms afgewisseld met een "hello").


Laos, socialistische armoede, slapende verkoopsters.

De grens is tevens een klimaatscheiding, op slag is het droog. Laos is duidelijk armer dan Vietnam, maar de armoede wordt vrolijk gedragen. In voddige kleertjes lopen alle dorpskindertjes hun magere beentjes onder hun lijf vandaan om ons langs de weg enthousiast toe te wuiven-"Sabai-die"- gelukkig leven, wensen ze ons toe. Vaders dragen hier wonderlijk vaak hun babykroost op de arm of in een slendang en het lijkt of het eerste woordje dat zo'n peutertje moet leren "hello" is, terwijl vader driftig met het babyarmpje zwaait.
We dalen langzaam, door kurkdroog bos, waarbij het steeds warmer wordt. Het is heel dun bevolkt, af en toe staat er een bamboedorp op stelten langs de weg. De vrouwen liggen de hele dag bij hun takkenwinkeltje te wachten op klanten. Eindelijk kunnen we weer bananen krijgen!
Andere vrouwen bedrijven eettentjes. Grote pannen met eten staan weer de hele dag in de zon, net als in Cambodja, maar de rijst is hier anders, kleefrijst eten ze hier. Uit een grote pot wordt met de handen een portie in een mandje gepropt, waarna ze haar handen keurig schoonlikt en ons het eten voorzet. Deze kleefrijst zien we ook als een brok in de handen van de kinderen, als ze 's ochtends op weg naar school zijn. Naarmate we verder Laos in komen zijn er meer scholen en zien we ook stromen kinderen met de fiets erheen gaan.
In Tha Khek gaan we naar de bank en wisselen 100 dollar. We krijgen 215 briefjes uitbetaald, de grootste coupure is 5000 kipp, die 50 cent waard is. In winkels en restaurantjes bergen ze dan ook het geld in een emmer op, die vaak aan het plafond hangt. Moeten ze teruggeven dan is dat een heel gegraai en gezoek.

De dorpjes van huizen op palen liggen mooi aan de voet van de berg, maar ondanks de armoede slingert er al heel wat rommel rond.



Routewijziging vanwege moordende bandieten.

In het klooster met de tempel van de Voetafdruk van Boeddha, kochten we een offergave om ook de verkoopster wat te laten verdienen.


In Pak San vinden we eindelijk een internetcafé, in Vietnam was alles gesloten door het Tet feest, in Laos zijn er heel weinig. Als we binnenkomen, zitten jongelui druk te oefenen, allemaal in Windows, hoewel men hier een eigen schrift heeft en ze weinig engels spreken, lijken ze zich goed te kunnen redden. De eigenaar spreekt wel Engels. Belangstellend vraagt hij: "En waar fietsen jullie helemaal naar toe?" "Naar Vientiane en daarna naar Luang Prabang" vertellen we. "Hebben jullie niet gehoord dat tussen Vientiane en Luang Prabang een schietpartij geweest is en twee fietsers doodgeschoten zijn?"
In Vientiane gaan we op informatie uit, maar de kranten vertellen nauwelijks iets. Ook de ambassade weet weinig, die worden nauwelijks geïnformeerd. Vermoedelijk hebben Mhong rebellen een bus met een mortier bestookt en vele passagiers zijn omgekomen, de twee Zwitserse fietsers, die waarschijnlijk toevallig passeerden, zijn hier ook bij omgekomen. "Ach" zeggen de meeste Laotianen luchtig, " ze hebben de rebellen al te pakken."
We besluiten een andere route te kiezen. In plaats van de hoofdweg naar Luang Prabang kiezen we een kleine onverharde weg via Sayanabuli. Daarvoor moeten we eerst een dag op de boot over de Mekong naar Pak-Lai, omdat er vanuit Vientiane geen andere wegen zijn. Vroeg in de ochtend vertrekt de lange, smalle passagiersboot en glijdt de Mekong op. De eerste paar uren een rustige vaart, de linkeroever is Thailand, rechts Laos met veel oerwoud en bamboebos en heel weinig dorpen. Dan krijgen we veel stroomversnellingen en lijkt het wel wildwatervaren. Net als de andere passagiers knabbelen we op onze kleefrijst, alleen zij smullen er spichtige gebraden vogeltjes bij. Een passagier steekt wattenstokjes in zijn oren tegen het motorlawaai. Plots trekt ons iemand aan de mouw. "kijk daar" beduidt hij "een olifant" Op een van de houten vrachtboten staat een olifant ingescheept, of dat legale waar is? Gesmokkeld wordt hier in ieder geval veel met het rijke Thailand zo dichtbij.