Zuid-Oost Azië in 2003 (3).
(Cambodja)


Wat weinig energie krijgen we binnen.

Markten, ontdekken we op onze verdere reis, zijn al niet veel schoner, je waadt en springt tussen afval en rottende groentes en fruit. Toch zijn ze kleurig en de stralende glimlach van de verkoopster maakt de speurtocht naar mondvoorraad al heel wat aangenamer. Het valt namelijk niet mee om een beetje maagvulling bij elkaar te sprokkelen; de noodle-soep die veel eetkraampjes serveren, verkwikt wel eventjes, maar al gauw zitten de spieren weer zonder brandstof. Ook rijst is geen goede energieleverancier en de gerechten, die in grote pannen kant en klaar op klanten wachten,

Een kleurig gerecht in een restaurant, maar toen we zagen dat het in hun schildjes gekookte schildpadjes waren, ging ons de lust tot eten bijna over.

staan de hele dag in de zon en gezien de weinige eetgasten staan ze daar ook wel meerdere dagen. Dan is een bordje vers in de wok gebakken groente een beter alternatief.
Voedsel zou eigenlijk geen probleem moeten zijn, Cambodja blijkt langs de hoofdweg, die wij volgen van Siem Reap naar Pnhom Penh, eigenlijk een lange lintbebouwing te hebben en om het andere hutje heeft een takkenkraampje, waar stoffige zakjes met ondefinieerbare koekjes of snoepjes hangen. De kleine banaantjes, die gelukkig ook veel te koop zijn, waren vroeger al en blijven ook nu onze beste krachtbron.
Wat wel een beetje griezelig is, zijn de rekjes waarop jerrycans met benzine te koop staan, ze staan vaak in de brandende zon en ik vraag me af of ze bij het overgieten aan een bromfietsklant wel hun sigaret uit maken. Verbaasd zijn we ook over de vele nieuwe brommers, meer nog dan in het rijke Thailand, in dit ontstellend armoedige land. Gegeven door hulporganisaties aan afzwaaiende Rode Khmersoldaten horen we later.

Zo gauw de vorige oogst is verwerkt en de velden omgeploegd,
wordt de volgende al ingezaaid en staat er dan mooi mals groen bij.



Rode Khmer overblijfselen

Na het dorsen zag je ook overal de vrouwen de rijst aan het schoon maken, stro van de rijst wordt gebruikt voor het vee. Eigenlijk een land wat een overvloed aan voedsel moet kunnen produceren.



Een klein bloot jongetje staat met een kruik te hannesen bij de put. Wij vullen er onze flessen mee op en laten de kruik te water om hem opnieuw te vullen. Het jochie staat ons bedremmeld te bekijken en we stoppen hem gauw een ballon toe. Het water hebben we niet meer nodig om te drinken, er is overal mineraalwater te koop, maar we gebruiken het om ons regelmatig even te verfrissen in de afmattende middaghitte. Een heel enkele keer vinden we een plekje waar geen huizen staan en we even onder de schaduw van een paar bomen wat kunnen rusten. Om er te komen zoeken we paadjes op die platgetreden zijn door mensen of liever nog karbouwen, om geen kans te lopen op een landmijn te trappen.

In een vloedgolf van brommers fietsen we Pnhom Penh na twee dagen uit, visa voor Vietnam en Laos hebben we er snel geregeld en ondanks het drukke verkeer de stad toch op de fiets verkend. Een grote veerboot brengt ons over de Mekong rivier, die we nog heel wat keren zullen ontmoeten, en weer op stoffige wegen. Naarmate we Vietnam naderen wordt het verkeer wat rustiger, lintbebouwing houden we echter tot bijna aan de grens.
Het is tijd om een slaapplaats te zoeken, maar het beoogde plaatsje heeft geen hotel en ook geen guesthouse, die we tot nu toe wel elke dag konden vinden, al moesten we onze kilometers daar wel eens raar voor verdelen. Er blijkt een ziekenhuisje te zijn en een heleboel artsen in witte jassen komen nieuwsgierig op de verandah staan als we aanlopen. We zien ze denken "wat zullen die mankeren?" Gelukkig meldt degene die engels kan zich al gauw. De volgende plaats met een hotel blijkt nog 40 km verder te zijn, maar een slaapplaats bij de dokter thuis is snel aangeboden. Op het binnenplaatsje achter zijn apotheek brengen we een gezellige avond door. De dokter is als kind in een vluchtelingenkamp opgegroeid. We vragen of ze nog veel slachtoffers binnenkrijgen van de nog overal liggende landmijnen, maar de meest voorkomende aandoeningen die ze in het ziekenhuis behandelen blijken toch aids gerelateerde ziektes te zijn. Prostitutie is hier wijd verbreid, om niet te zeggen normaal.
"Wij Cambodjanen houden niet van Vietnamezen" vertrouwd een andere gast ons toe, "als we ze zien beginnen we meteen te vechten.!"