De graanschuur van Europa (5).


De folklore groepen waar de oude Sovjet Unie zo trots op was, bestaan nog steeds, maar of dat jongelui nog kan boeien?

In Myronivka, toch een grote stad, is het hotel opgeheven. Na veel zoeken en vragen, want niet iedereen weet dat, blijkt er een gastinitsa te zijn, die behoort aan een of andere werkbrigade. De receptiedames, drie man sterk, zijn argwanend en willen ons eigenlijk niet laten overnachten, maar na veel geredeneer krijgen we toch een kamer. De faciliteiten zijn op de gang.... alleen voor heren! 's Ochtends vroeg is er spitsuur en moet Henny op de uitkijk staan totdat het toilet vrij is en ik de hele ruimte, vol pisbakken en wc's, kan afsluiten voor mezelf. Helemaal vrij van kleine bezoekers waren de bedden ook niet, de nacht had ik krabbend doorgebracht. Dit in tegenstelling tot de andere eenvoudige hotels, die dan wel vaak ouderwets en aftands waren, met scheuren in het behang afgeplakt met plakband en krakkemikkerige wasruimtes, maar schoon waren ze wel.
Bij de Dnjepr aangekomen, is de helft van onze tijd om en daarmee wordt Kaniv ons oostelijkste punt. Het oosten en meer Russchische deel heeft veel zware industrie en is daardoor ook minder leuk om te fietsen. Kiev, de hoofdstad, die niet veel verderop aan de rivier ligt, willen we met de fiets niet betreden, grote steden gaan we meestal met een boog omheen.
Aan de rivier bewonderen we de badende bevolking, die gezien de veelvuldige vetrollen niet aan ondervoeding lijdt. Hun eetlust heeft de bosjes bij de strandjes in een ware vuilnisbelt veranderd, want ook hier heeft de verpakkingsindustrie al toegeslagen. De rivier stroomt statig tussen groene oevers door, maar rokende schoorstenen torenen erboven uit en we testen de waterkwaliteit maar liever niet.

Lange lanen, oude landgoeden.

De terugweg kiezen we wat noordelijker en blijkt heel wat vlakker dan heen, geen diepe doorsnijdingen door riviertjes met hun steile op en neers. Een beetje oostenwind duwt ons heel aangenaam over de lange rechte wegen. Ook hier fietsen we tussen boswallen, die het uitzicht op het landschap wel vaak verhullen, maar dat bestaat toch bijna alleen maar uit gigavelden met graan. Té snel schieten we op en belanden aan het einde van de fietsdag in Bila Tserkva, een grote stad die ons aan China doet denken met eerst kilometers hoogbouw voordat je eindelijk in het centrum bent. Daar is goddank een Leninplein met een hotel, gerenoveerd met een verfje en om een plekje voor de fiets te hebben, smeren ze ons de grootste suitekamer aan. Hoe grootsteeds ook, een internetcafé of bellen naar het buitenland, kunnen we niet vinden.
Landelijk blijft het ook de volgende dagen. Bij een pauze onder wat bomen horen we een wielewaal, die zijn kroost het dideljoo aan het leren is. Bij alle dorpen liggen ganzenvijvers en 's ochtends drijven de koeienhoeders het vee naar de omliggende weiden. Twee dode vossen liggen op de weg, dat is wel bijzonder, maar platgereden honden en katten zien we veelvuldig.
Omdat het hier vlakker is, vinden we gemakkelijker kleinere wegen, wat het fietsen nog landelijker en aangenamer maakt.