Fietsend en kamperend door Cuba (4).


Casa Privada.

Na drie dagen hebben wij genoeg van deze smalle weg, vol stinkende oldtimers en roetwolken uitblazend vrachtverkeer. In Jaguey Grande is er eindelijk een mogelijkheid; langs de kust van het schiereiland van Zapata. Terwijl ik in de rij sta voor brood en Carola voor de Casa de Cultura nostalgisch naar de kinderdansjes staat te kijken, heeft Henny aanspraak van een jongeman.
"Gaan jullie naar Playa Larga? Dat is nog heel ver!"
"Valt wel mee, 30 km"
"Nee hoor, wel 33, bovendien zijn er verderop wilde dieren"
"Ja, muggen zeker"
"Nee,grote krokodillen"
"Ik heb nog nooit ergens krokodillen op de weg gezien"
"Nou, maar de weg is heel slecht, je krijgt er veel lekke banden"
"Wij hebben banden die niet lek kunnen"
"Oh, maar het waait er heel hard, heel veel tegenwind"
"Ja, lekker verfrissend in deze hitte"

Zapata, het moerasgebied, waar de invasie van de VS tot staan werd gebracht.


"Overal langs de weg is water, je kunt er nergens kamperen"
"Weet ik, het is een moerasgebied, van de weg af en plomp"
"In La Boca is alleen maar één heel duur hotel waar je met een dure boot heen moet"
Kortom, hij wil ons een privé-huisje aanpraten. Dat blijkt nieuw, met kamer, keuken en 2 slaapkamers en de prijs zakt in een keer afdingen van 20 naar 15 dollar, zodat we deze goede verkoper zijn succesje gunnen. Aan het bordje met een klein blauw dakje naast de voordeur kun je deze privé logeergelegenheid herkennen.



Varkensbaai .

Uitgerust en schoongewassen koersen we 's morgens naar de kust. We rijden door een ondoordringbaar woud, erg moerassig is het niet nu in de droge tijd. Op een kale tak zit pontificaal een papegaai bont tegen de blauwe lucht af te steken. De roodkopgier neemt met gespreide vleugels zijn ochtendzonnebad op een paaltje bij de weg en peinst er niet over de lucht in te gaan om een fototoestel vlak voor zijn neus. Deze vogel zeilt statig over heel Cuba, op dit schiereiland in nog groter getale. Heel veel vogels horen en zien we, vooral de Cubaanse trogon, die tocoroco roept en ons sterk doet denken aan de coockaberra, de Australische lachvogel.
Bij La Boca liggen in een poel de voorspelde "animales"; krokodillen! Al liggen ze dan achter het stevige gaas van een krokodillenfarm.
Toch maakt niet alleen de natuur deze streek boeiend, om de kilometer staat een grijze gedenksteen met de naam van een gesneuvelde soldaat, die hier "patria o muerto" letterlijk moest nemen. Vanmorgen stond al een groot plakkaat bij de suikerfabriek Australia, dat hier el Jefe Castro zijn commandopost had tijdens de inval van de V.S.. Als we bij Playa Larga de Varkensbaai bereiken en de mooie, vredig blauwe zee zien, doet niets meer aan deze korte bloedige strijd denken, alleen in Playa Giron, de enige en volgende badplaats, is er een klein museum gewijd aan deze strijd. Voor bustoeristen van Cubatour verplichte kost, fietstoeristen fietsen er desgewenst voorbij, genietend van een strandvakantieoord met palmenstrand maar zonder reclame, hoge hotels, Mc Donalds, casino's en al dat vreselijks dat veel badplaatsen in de wereld teistert. Dat er niets te koop is, is de keerzijde van de medaille, maar in een cuarto privado willen ze best voor de gast koken.