Slovenië en een stukje Kroatië (3).

Boerderijen zagen er uit en funktioneerden als in het pre-toeristische tijdperk.


WARM EN ZAND

"Ik zweet me te pletter" steunde Fernando, maar bleef wel in het zadel, zijn achterwiel slipte door stenen en los zand, ondanks 28-28. Alleen de grotere wegen zijn verhard hier in de bergen en, hoewel niet druk voor Nederlandse begrippen, hadden wij die allang verlaten. Losse stenen, gaten, wasbord en rul zand en niet zelden hellingen rond 15% vielen ons ten deel. Na de zoveelste daling begon de weg weer te stijgen.
Likve 2 km. stond op het bord. "Nog een uur", constateerde Hiranti nuchter, zonder spoor van wanhoop, ondanks de middaghitte van 33°C. Dorst werd er wel geleden; de Julische Alpen zijn een karstgebergte, de bodem is sterk kalkhoudend en daardoor waterdoorlatend, riviertjes verdwijnen soms zo maar en bronnen zijn zeldzaam. Het is er dun bevolkt, in elk dorpje bezochten we winkel of café om te drinken. De bidons vervingen we deels door 2 l. flessen, waar hier de frisdrank in geleverd werd.
LIPICA

Slovenië is voor 50% met bos bedekt, zodat we dankbaar waren voor de barmhartige schaduw op de wegen. Maar ook visueel een genot, het ene verrassende landschap na het andere trokken we door, soms parkachtig met grote, alleenstaande bomen statig in alpiene weides; dalen met dorpjes als ansichtkaarten of smalle bergbeekjes tussen steile, beboste hellingen en boven vaak eindeloze vergezichten van toon in toon blauwe bergruggen, maar ook hoogvlaktes met donker en dicht woud, zo vlak dat je even vergat in de bergen te zijn.

Het is nog steeds en katholiek land en dus zie je madonna's.

Bij Ajdovscina daalden we een totaal ander landschap in, heuvelachtig, droog en met een mediterrane begroeiing. Ook 'n cultuurscheiding, daarvoor onmiskenbaar Oostenrijks - zij het jaren terug in de tijd - nu had architectuur en landschap duidelijk Italiaanse trekjes. Tito Trg - Tito plein - stond in het stadje nog op 't straatnaambordje. De Slovenen zullen wel niet naar die tijd terugverlangen, maar iets verderop in Bosnië vermoedelijk wel.
Van oorlog merkten we niets totdat we langs een oude kazerne reden, waar duidelijk vluchtelingen in woonden. Er is ook maar een dag of tien gevochten, toen Slovenië zich als eerste van Joegoslavië afscheidde.
Tijdens die gevechten waren tot grote verontwaardiging van Idhuna - die altijd erg met dieren begaan is - vele Lipizzaner paarden omgekomen. Zelf hebben we ook een Lipizzaner en bekend als deze paarden zijn door de Spaanse rijschool in Wenen togen we naar de bakermat Lipica. Ver van tevoren stond het al op borden aangegeven, toeristisch dus. De stoeterij was omgeven door grote weilanden uiteraard, maar ook door hotel, restaurant, casino en souvenirwinkels, met bijbehorende gepeperde toeristenprijzen.