Fietsen en kamperen van baby tot 7-jarige (4).
Kleine kinderen kunnen ook echt genieten van mooie uitzichten in de bergen.
Fietsen met twee kinderen: een fietst zelf.
Het leek heel wat; de oudste, inmiddels 6, op haar kleine fietsje met ballonbanden en achterop een grote rol, de karrimatjes, géén gewicht, maar stond wel stoer. We bleken de opvouwbare waterkan vergeten te hebben, konden die onderweg nergens krijgen, zodat ze de rest van de tocht ook nog een plastic emmer meezeulde. Een mandje minder nu, we konden het goed bergen. Iets over fietsende kleine kinderen dus.
Zo zit je echt lekker beschut tegen weer en wind
Met de duim in de mond de heuvel op.
"Waar zullen we naar toe fietsen" vroegen we haar, toen we de tocht planden. Rap kwam het antwoord:
"Langs pretparken".
Zo'n eerste tocht die ze zelf fietsen moet uiteraard geen lange trektocht zijn, noch de bergen al in. Een week van 50 à 60 km per dag is wel voldoende voor een 6-jarige, zeker op een gewoon kinderfietsje. Voor de ouders is het wel een beetje wandelfietsen met de nodige pauzes tussendoor. En vergeet niet de "anti-moeheidstabletten", zoals zij ze noemde, de dextrosetabletjes, alleen het idee al hielp bij haar.
Toen madam bij de eerste heuvels gedachteloos omhoog maalde met de duim in haar mond, op haar nogal oude krakfiets, wisten we dat ze niet overbelast was!
De bergen naar de Harz waren goed te nemen op een racefietsje met versnellingen
Drie kinderen: een fietst zelf.
Op zich niet veel anders als de situatie 2 kinderen achterop, alleen de tent is niet onbeperkt dijbaar, we pasten er met z'n vijven niet meer in. Tijdens het inpakken - ondanks een paar op de valreep nog even genaaide foudralen en tassen voor achter aan de mand - bleek: een tweede tentje kon er absoluut niet meer bij. Het was gelukkig in een snikhete zomer en, werd besloten, de heer des huizes zou dan maar dwars onder de ruime luifel gaan liggen, op een karrimatje en in de extra slaapzak. Met nog wat lappen tentstof en wat ritsen werd de luifel dicht-gemaakt. Moeder en de 3 kinderen gebruikten de dwarsslaper als langslaper, door de extra bagagepunt van de Kever (E.S.) was dit mogelijk. Dit bleek best te voldoen, ook gedurende een kouder nachtje in de Harz.
De nu 7-jarige dochter had ons inziens wel een racefietsje verdiend met 10 versnellingen, waar ze al aardig mee overweg kon. "Moet ik dat allemaal meenemen" riep ze de morgen van vertrek, toen ze haar opgetuigde fietsje zag: een kleine nylon fietstas, de rol met karrimatjes en een slaapzak. Gewicht 7 kg. Het steigerde wel wat met opstappen en ze reed wat onzekerder. "Ik vind fietsvakanties niets leuk" huilde ze de eerste dag toen een grote blaffende hond op haar af kwam en ze even later een enorme oogstmachine passeren moest. Die onwennigheid was snel over, een paar dagen later daalde ze als een volleerd coureur de slingers in het Wiehengebirge af.
Zelf waren we wel knap overbelast. Elk een mand met kind plus de bagage, ik ongeveer 40 kg en mijn man zo'n 50.
Ons derde kind, een zesjarige zoon, pas bij ons uit India, was al wat groot voor de mand, maar nog te zwak en te onervaren om zelf lang te fietsen. Hij was wel in staat om het af en toe een half uurtje van zijn zus over te nemen, die dan stralend achter in de mand geklemd zat, de fiets tot het uiterste belastend met haar 25 kg schoon aan de haak. Voordeel was dat zij al wat kaart kon lezen en van achter uit de mand de weg aanwijzen, scheelde wat keertjes afstappen! Dat afwisselen is een gunstige situatie, maar kan natuurlijk alleen bij twee kinderen van ongeveer gelijk formaat.
Op deze manier haalden we wel 90 km op een dag in erg heuvelachtig gebied, de langste afstand was 127 km, toen was het weer vlak en roken ze de stal. Er was geen sprake meer van wandelfietsen, ik kon haar af en toe nauwelijks bijhouden met zelf een wiebelende vierjarige achterop!
Af en toe de beentjes strekken en dan maar Mama helpen drukken
Beenballen en spiervoeten
De eerste steilere hellingen moesten we haar nog tegen op praten, maar we waren heel verbaasd dat ze tot 8% goed kon fietsen. Wel moesten we aan-wijzingen blijven geven over wanneer en waarop te schakelen. Boven dit percentage stapten we af en de twee mandzitters eruit gezet, uit solidariteit en voor hun eigen stijve benen moesten ze mee helpen duwen. Wat een gezicht en een geredekavel leverde dat op "Jij drukt te hard", "Niet op mijn hakken trappen", "Trek niet zo trien"! "Mama ik krijg ook beenballen en spiervoeten" riep de jongste mand-zitter, als reaktie op de lofprijzingen op de fietsende oudste.
Tot op 800 m hoogte kwam ze, met heel wat op en neers tussendoor. Op de trappers staan kan ze nog niet en voor elke wilde framboos stapte ze af, in kadans klimmen was er bepaald niet bij.
Was ze na twee weken zat van al het klimmen wilt u weten? "Mama, volgend jaar wil ik naar de echte hoge bergen, naar de Andes of zo" (Dat werd dan weliswaar geen Andes, maar wel de Alpen).