Zuid-Oost Azië in 2003 (9).
(Laos)
Een identieke foto als in Thailand 35 jaar geleden, daar is het oerwoud verdwenen, hopenlijk hier niet over nog eens 35 jaar.
Grote ethnische verschillen tussen de berg Laotianen.
Naarmate we noordelijker komen, worden de bergen hoger en ligt er elke dag een flinke pas voor ons, meestal een klim van zo'n 20 tot 30 km, waarna de weg zich bovenlangs bergzadels of op en neer op de flanken onverhard door het oerwoud slingert. De dorpen worden nog schaarser en we zijn al blij als er eens per dag ergens een soeptentje is. De stammen die hier wonen zijn heel verschillend, soms hebben ze een echte gele huid, andere zijn heel kein, maar ook enkelen weer vrij groot. De vrouwen trekken overdag het oerwoud in om planten te verzamelen, die ze in een grote mand op de rug dragen, de mannen gaan op weg met hun kapmes, vaak in een mooie rieten schede op de rug dragend, om de verbrande bossen te rooien. Een paar loslopende varkentjes kondigen altijd de komst van een dorp aan.
Markten zijn altijd een kleurig en rommelig, maar in Laos waren ze wel schoner dan in Cambodja.
Als we een groep vrouwen van de Akkha stam tegenkomen, die erg mooie mutsen met zilveren munten op hun hoofd hebben, komen ze nieuwsgierig bij me staan. Ik laat ze een foto zien van ons gezin in Staphorster klederdracht en het lijkt of ze begrijpen dat dat ook een dracht is. Maar een foto maken, no way, verschrikt stuiven ze weg. In Vieng Pkou Kha lopen we een vrouw uit die groep tegen het lijf en ze begroet ons als een oude bekende. Op de markt zijn enkele vrouwen hun verzamelde groente aan het verkopen en eentje schuift naast ons aan als wij een bont Laotiaans puddinkje zitten te eten. Maar het fototoestel komt nog niet te voorschijn of ze stuiven weer weg, een lange vrouw met een heel mooi kapsel schiet achter een pilaar. De Laotiaanse puddingverkoopster moet lachen, maar de tribalen willen echt niet.
In het kleine guesthouse is geen licht, we moeten ons met kaarsen behelpen, gelukkig is het deze keer geen bamboegebouw, dat ons wel een beetje brandbaarder lijkt. Twee nachten geleden zaten we ook in zo'n klein hotelletje, waar een generator drie spaarlampen liet branden, die in de takt van de motor flakkerden. Toen het ding uitviel en niet meer aan de praat te krijgen was, waren we daar niet rouwig om, aangezien de generator naast onze kamer stond te knetteren.
De stammen in Noord-Laos zijn erg verschillend in uiterlijk, grootte en drachten, maar geen van allen wilden ze op de foto, al vonden ze een klederdracht uit Nederland ook erg leuk om te zien.