Fietsend en kamperend door Marokko (6).

De vrouwen waren bijna hysterisch om met Nelly contact te krijgen en smeekten haast om op de foto te kunnen samen.


Met de rituele drie koppen muntthee neemt hij 's ochtends afscheid met een handdruk en een beleefde uitnodiging voor de lunch.
De heetste uren blijven we in een duiker om laat in de middag het laatste stuk naar de stad Tata af te leggen. Onderweg worden we aangehouden door de politie. "Ça va" klinkt het bezorgd en haalt een fles ijskoud water uit zijn auto. Zorgvuldig mengt hij het met lauw water: "te koud is niet goed nu". Als ik vertel dat we enkele dagen geleden nog bevroren in de bergen, lacht hij trots: "Dat is Marokko, land van tegenstellingen". Op bevel van de politie vul ik braaf in het volgende dorp de flessen op, "want"zei hij, "er komt 30 km niets". Bij de bron sluit ik aan bij de waterhalende meisjes, waarvan enkele gillend opzij springen. Aanstelleritus, de anderen lachen erom.
In Tata houden we een rustdag. We gaan ook op zoek naar een nieuwe pakking voor onze benzinebrander. Een automonteur geeft ons er een. "Probeer deze maar eens "zegt hij. "Inshallah" (zo God het wil) zegt Henny. De man barst in lachen uit, grijpt mij bij de arm en zegt "hij zegt "Inshallah". Zelf zeggen ze het te pas en te onpas, maar uit een Europese mond is het blijkbaar erg hilarisch. Maar God wilde het niet, de pakking past niet en we moeten op zoek naar spiritus voor de andere brander. Na veel gezoek vinden we het op de markt, waar de winkelier het onder zwart plastic vandaan haalt en snel in een krant wikkelt, alsof het om clandestiene handel gaat.


Anti Atlas en geiten.

Eenmaal in de Anti Atlas bergen is de hitte weer draaglijk. We treffen hier een heel andere bevoking, minder donker en de vrouwen met hele grappige, wijde, gelaagde rokken, maar met een totaal vermomd gezicht. Vier van zulke meisjes komen zingend en met hun manden op de rug terug van hun veldjes, waar ze met de hand, halm voor halm, wat graan geoogst hebben. Voor de grap proberen ze ons de weg te versperren. Het geitje dat ze bij zich hebben neem ik op mijn arm en vraag of we samen op de foto kunnen. Twee durven wel en vragen daarna dapper voor chocola, maar snoepjes zijn ook goed.
In Igherm drinken we koffie en het echtpaar naast ons aan een tafel moet even weg en beduidt om op hun tassen te letten. De bakker heeft net zijn winkel gesloten als ik brood wil kopen en wordt prompt door mensen terug geroepen om mij te bedienen.



Voor we uitkomen op ons vertrekpunt Agadir, rijden we door een prachtig dal van Tafraoute naar Aít Baha, waar hoog op losgeërodeerde heuvels overal nog kasbah's liggen. Beneden, als er weer arganibomen groeien, treffen we een kudde geiten, die erin geklommen is en zich te goed doet. En de herder vraagt een broek. Maar die is nu te vuil om weg te geven.



In Marokko vreten de geiten niet alleen alles wat groeit, ze beklimmen daarbij ook de bomen zelf nog. Een unicum!