Zuidelijk Finland, alleen maar op en neer (2).
Rauma: een prachtig historisch houten stadskern, maar de Finnen zijn nog niet zo goed in onderhoud (verrot raam en niet het enige!).
Zon en regen
Onder een felle zon wuiven de korenhalmen op de uitgestrekte velden van Mecklenburg-Vorpommern hun rijping tegemoet, en zweten wij naar de Hanzestad Rostock. Daar ligt de veerboot, die ons naar Hanko in Finland brengt, waar na deze zomerse prelude ons een nieuwe lente wacht. Hier is het graan nog maar een net opgekomen groen waasje over de akkers en spikkelen de gele paardebloemen de weilanden. De bermen staan kleurig vol lupines, fluitekruid, pinkster-, boter- en sleutelbloemen. Voor de cremekleurige houten huisjes staan de appelbomen in bloei en de jonge uitlopers van de naaldbomen maken de eindeloze Finse bossen lichtgroen. Daartussen schemeren staalblauwe meertjes onder een strakblauwe hemel. Frisse, koele lucht, geurend naar hout, voorziet onze longen van zuurstof, die we nodig hebben ook: de slingerende weggetjes gaan in een eindeloze ketting op en neer met venijnige korte klimmetjes van zo’n 10 tot 18 %.
Grote blauwe wegwijzers verwijzen naar onuitsprekelijk moeilijke plaatsnamen van dorpjes, die je doorfietst zonder iets gezien te hebben, zo hangen ze soms als los zand aan elkaar.
Als we ’s ochtends uit de tent kruipen, na een nacht die geen nacht is, is de lente weer voorbij. Grijze mist bedekt al het moois en zwaar bewolkt is de hemel. Een bui dwingt ons later tot schuilen in een bushokje. De Finnen lopen en fietsen echter gewoon door, zelfs ouderen met een rollater schuifelen door de regen naar hun huisjes. Tegenover ons werkt een man in zijn tuin in zijn zwembroek, terwijl wij met jas en trui aan zitten te rillen. Niemand lijkt echter te willen groeten, een enkeling beantwoordt ons "hei-hei". Misschien is dat onbeleefd hier. Dan stopt een auto en de bestuurder roept ons iets in het Fins toe. "Suomi eie" antwoorden we, waarop hij ons in moeizaam Engels voor een kop koffie uitnodigt. Zo stug zijn ze dus ook niet, het is erg gezellig en volgestopt met brood en rababertaart vervolgen we onze weg als het weer droog is.
De onverharde wegen, die gisteren zo glad en hard als asfalt leken, zijn nu glibberig en trekken zwaar aan de banden, in de steile klimmetjes slip je weg, op de dalingen moet je flink in de remmen knijpen.
"
In ieder geval hebben we wind in de rug en worden we minder nat van de regen" zegt Nelly.
"
Geef mij maar tegenwind en zonnig weer" roept Henny.
En wordt op zijn wenken bediend. Als we na een nat nachtje met veel muggen weer op de fiets stappen, raast een storm door de boomtoppen en heeft alle wolken al weggeblazen. Maar blaast ons nu op volle kracht tegen. Een geluk dat de bossen de wind vaak wat afremmen.
Je mag overal kamperen, maar de ondergrond is erg bulterig, rotsig of met struiken, toch vinden we geregeld een idyllisch plekje waar je alleen te voet (en met de fiets) kunt komen.
Houten steden en dorpen
Rauma is een oud houten stadje aan de Botnische Golf. Door de vele branden vroeger zijn er weinig oude steden behouden, maar hier in Rauma is nog een historische, gave kern, met nauwe straatjes en hobbelkeien. Leuke winkeltjes en terrasjes onder een stralende zon geven het een Zuid-Europees aanzien. Voor een land waar niet zoveel gefietst wordt, zijn er verbazingwekkend veel fietsroutes, die ons hier zelfs door het centrum en zijn bezienswaardigheden voert. Ook al ontbreken de bordjes af en toe, met behulp van de Pyöräilijän tiekartta, de Finse fietskaart van uitgeverij Kartakeskus, vinden we vrij gemakkelijk de rustigste routes.
Hoewel op 2 en 3 nummerige wegen meer verkeer is dan wij in zo’n dun bevolkt land verwacht hadden, is dat in vergelijking met Nederland toch niet echt druk, desondanks zijn bij alle plaatsen fietspaden en tunnels naast en onder de doorgaande wegen aangelegd. Die tunnels leveren wel weer een steile afdaling en dito klim op, waar we tot onze verbazing ouderen met een soort steprollator vanaf zien rollen en al steppend weer omhoog. Ze zijn er heel behendig mee, een oudere man drijft een helling af en komt feilloos tot stilstand voor de plaatselijke bar. Dat heeft hij zo te zien vaker gedaan!
Nauwelijks honderd meter, glibberig bij nat weer, met losse steenslag en steil genoeg om het stukje te moeten drukken.
De kleine plaatsjes zijn echter niet vergrijsd, jonge mensen en kinderen wonen er ook. Hoewel dun bevolkt, vinden wij Finland toch haast dicht bewoond, bij de meest afgelegen meertjes of in de dichtste bossen, overal vind je toch wel zomerhuisjes. Wat in de weekenden zelfs op de kleine wegen toch wel enig verkeer met zich meebrengt. Afgemeten aan het aantal daarvan dat aanhangertje trekt met balken en planken erop, concluderen wij dat er van uitrusten in de zomerhuisjes niet veel komt, aan deze voormalige oude boerderijtjes valt blijkbaar altijd wel wat te repareren.
Bossen en nationale parken
Finland is voor 60% met bos bedekt, meest produktiebossen, maar minder saai dan in Zweden. De bomen zijn niet zo hoog weliswaar, maar er is wel wat afwisseling in hoogte en soorten, veel naaldbomen als sparren en dennen, de grove den en berkenbomen. In de bossen een tapijt van mos en varens of bosbessen en vossebessen, op kalkachtige, rotsige bodem ziet het soms wit van het rendiermos. De vossebessen (cranberries) bloeien met minuskuul kleine bloemetjes, waaruit straks de kleine bittere, rode besjes zullen groeien. Er wordt, lijkt ons, geen grootschalige houtkap gedaan, we zien slechts kleine, kale stukken.
De vaak houten dorpskerkjes lagen meestal in een kerkdorpje kilometers buiten het huidige dorp.
Door dit rooien en herbeplanten is de bosbodem erg hobbelig en ongeschikt om je tent op te zetten. Je mag weliswaar in Finland vrij kamperen, het z.g. allemansrecht net als in Zweden, maar het kan ’s avonds best even duren voor je een geschikte plek gevonden hebt. We speuren dan in het bos naar een kleine lichting, waar houthakkers stammen verzaagd hebben, en er meestal een vlak getrapt of gereden plek is. Soms vragen we gewoon een boer, die dat altijd goed vindt, en wel eens een sauna of douche aanbiedt. Al gauw ontdekken we het begrip "uimaranta" wat zwemplaats betekent, een plekje aan een meer, waar een strandje is of een steiger en een enkele keer een w.c. of aankleedhok. Ideale kampeerplekjes. Nog romantischer zijn de tentplaatsen in de nationale parken, waarvan Finland er vele heeft. Er lopen veel wandelpaden doorheen, welke meestal wel te befietsen zijn, maar ontoegankelijk voor verkeer. Onderweg zijn er plekjes ingericht waar het toegestaan is je tent op te zetten. Een houten toilet van het type gat met deksel en de typische Finse vuurplaats van stenen en zitbalken eromheen, zijn de enige faciliteiten. Schitterende plekjes, vaak aan een meertje midden in de natuur. Ze zijn natuurlijk ook te bereiken door bootjes en zo werden we in het Helvetinjärven Kansallispuisto, midden in de nacht, die licht als de dag was, gewekt door vrolijke stemmen en geplas in het water van roeispanen. Zij konden dit heel wat makkelijker bereiken dan wij, die er een kilometer over bospaadjes met boomwortels, rotsblokken en houten planken over een moeras hadden moeten worstelen.