Met 7 jaar over de Pyreneeën (2).
Portugal: Tja op een fiets zie je eigenlijk meer dan in een ezelskar.
H
et was net of Portugal ons niet wilde loslaten:
Al een week waren we nu onderweg sinds ons vertrek uit Lissabon, afscheid hadden we al gevierd in Castelo Branco, 't laatste stadje voor de Spaanse grens, waar we de twee geplande rustdagen per week doorgebracht hadden. Daar bezochten we alle "pastelerias" - een soort lunchroom - en onze kinderen mochten zoveel "bolos" - de Portugese kruising tussen taartjes en koek - eten als ze lustten, iets wat, prettige bijkomstigheid voor hongerige fietsers, in Portugal heel goedkoop is.
Nu waren we, nog maar twee uurtjes fietsen voor de grens, gestrand op een groot veld met oeroude steeneiken. 's Morgens waren we gewekt door geschreeuw uit de kindertent: "Mama, Papa, kom eens gauw. Hiranti's ogen zitten dicht!" De tent openslaand zag ik een clowntje voor me: een dik, opgezwollen gezicht, waar de oogjes in de diepte achter een paar spleten zaten, "Ik ben blind", riep ze angstig. We ontbeten en in de hoop, dat het over zou gaan, braken we de tenten alvast af, 'n Dikke man, gezeten op een ezeltje, sukkelde op ons af. "Bom dia", riep hij, "hoe gaat het met de kinderen?"
Portugal: Na veel bijensteken kon Hiranti de volgende dag niets zien.
"Ik hoorde van mijn broer, dat ze gisteren door zijn bijen gestoken werden. Coitadinha (stakkertje)", onderbrak hij zichzelf toen hij Hiranti zag, ik zie het al, dat duurt minstens 24 uur". En hij begon uitgebreid uit te weiden over zijn bijensteken en over de rest van zijn kwalen, een geliefkoosde bezigheid van de Portugezen, onderwijl floot hij z'n kudde schapen, die gezellig bij ons kwamen grazen.
De imker-boer, waar de kinderen 's avonds tevoren bij de bijen waren gaan kijken en toen gestoken werden, was er ook bijgekomen.
"Beter om even naar de dokter te gaan in 't dorp", zei hij en keek ongelukkig naar Hiranti van onder zijn pet. Met haar achterop fietste Henny de 2 km terug het dorp in. In een klein oud huisje in een al even oud steegje, woonde de dokter, die vriendelijk tussen zijn voorraad wijn in het kastje rommelde voor zalf en een spuitje. Op de terugweg vroeg Hiranti: "Rijden we nu over een weide, Papa?" Tekenend voor de wegen in Portugal!
Portugal: Typische dracht van de boeren op het oostelijk platteland.
Ondertussen speelden onze andere drie met de lammetjes. Hiranti werd onder één van de steeneiken gelegd, wij dronken koffie en voerden haar een koekje.
"Zie je nog niets?" Nog niets verbeterd. Ik zette de anderen aan hun schoolwerk. Als je 3 maanden buiten de schoolvakanties onderweg bent, moet er op de niet-fietsdagen toch wat geleerd worden. In het gras vol voorjaarsbloemen, omringd door grazende schapen en kwinkelerende vogeltjes, zaten ze over hun schriftjes gebogen: taal, rekenen en schrijven. Aardrijkskunde, biologie, geschiedenis, dat kwam spelerderwijs onderweg met bloemen verzamelen, dieren ontdekken, de namen van provincies, steden, rivieren en bergen leren kennen als je er doorfietst, praktischer kan een school niet zijn!
Het was zondag en de rust werd door niets verstoord, verkeer kwam in deze uithoek niet meer. Tegen de middag echter kwam alles wat maar rijden kon uit 't dorp: ezelskarren, traktoren, met aanhangers, oude pick-up's, volgeladen met mensen.
"Vroeger", vertelde de imker-boer, toen hij ons voor de derde maal een mand sinaasappels bracht, "gingen ze met ezels- en ossekarren op de pelgrimstocht. Vandaag is het het feest van São Domingo, daarginds diep in het dal bij een kapel".
Later op de middag kwam de stoet luidruchtig terug, want een feest is geen feest in Portugal zonder geroosterde sardientjes en heel veel wijn.
Portugal: Prachtig, vreedzaam en rustig kamperen in tussen de kurkeiken.
Bij de 4de mand sinaasappels noodde de boer: "kom thuis even een portje drinken".
We liepen langs de boomgaard waar al die sinaasappels vandaan kwamen en die toch al vol zat met bloesem, kleurig wit en oranje op donkergroen en heerlijk geurend. Onder het afdak van druivenranken stond de boerin in haar grove rok met schort, 'n zwarte omslagdoek en een hoofddoek waarboven op een hoedje prijkte: de boerendracht van Oost-Portugal.
Binnen was 't eenvoudig maar schoon met wat schaars meubilair van ruwe kurk.
De parkietjes vergezelden ons opgewekt naar Nederland.
"Come, come (eet, eet)", zei ze tegen de kinderen en gaf ze een grote koek. De boer liet hen de eigengemaakte honing proeven en schonk ons een glaasje port in.
"Ja", glimlachte hij, "wij hebben een goede patroon, die staat erop dat ik elke gast een borrel schenk."
't Feodalisme is in Portugal nog niet verdwenen, maar er zijn blijkbaar ook goede grootgrondbezitters. Aan hen is de charme van het landschap daar te danken: de grote eindeloze olijf-, kurk- of steeneikplantages met hier en daar een slaperig wit dorpje, onaangetast door de moderne tijd. 'n Verademing van het warrige, rommelige, vervallen en dichter bevolkt westelijk deel van Portugal.
's Avonds zetten wij de beide tenten weer op, ver weg van de bijenkorven, 's Morgens vol spanning: "Hiranti, kun je al wat zien?" Door hele kleine spleetjes gluurde ze: "Ja, ik zie het gras". Eenmaal op de fiets - met een zak vol afscheids-sinaasappels achterop - kon ze net de weg zien. Maar zoals altijd werden de twee kleinsten zorgvuldig aan hun linker kant geëscorteerd door pa, respetievelijk moe, ze kon dus hooguit het gras induikelen.