Fietsen en kamperen van baby tot 7-jarige (2).

Als baby ga je eerst maar mee op de rug


Baby mee.

Op de buik of rug gebonden kunnen babies al vroeg mee op de fiets, maar voor langere afstanden is dat voor de zeulende ouder wel vermoeiend. Ook baby zelf wil natuurlijk niet uren in zo'n draagband gesnoerd zitten. Als ze kunnen zitten zou je af kunnen wisselen met een stoeltje voorop.
Een fietsende Duitse kennis van ons had iets geweldigs geknutseld: een karretje groter en met hogere randen dan een kinderwagenbak of fietswielen, dus net zo hoog als de bagagedrager, overdekt, met beddegoed en speeltjes, uiterst komfortabel voor de kleine, maar helaas, ze kwamen er slechts 60 km ver mee ..... asbreuk. In de praktijk konden ze alleen goede en vlakke wegen rijden, erg beperkend dus.
We zien en horen wel eens, dat mensen kinderen in de fietsaanhangertjes vervoeren. Het lijkt een logische gedachte, maar is veel te gevaarlijk, De karretjes zijn zo laag dat ze gemakkelijk door een auto over het hoofd gezien kunnen worden en wat te denken van de uitlaatgassen die net op die hoogte uitgeblazen worden? Niet denkbeeldig zijn de kinderhandjes die in de draaiende karrewielen grijpen!
Ze beperken je ook erg in je routekeuze; bospaadjes, loopbruggetjes, modderwegen, steile afdalingen, een keer door een beekje waden of door een drassig weiland, het is er allemaal niet bij met een aanhangertje.
De eerste fietstochten ondernamen wijzelf toen onze dochter zo'n maand of negen was, sterker in de rug al en zeer nieuwsgierig naar de buitenwereld. In een rugdraagstoeltje hing ze, hoog op vaders rug, enthousiast te kraaien. Een tuigje was noodzakelijk om niet al draaiend over zijn schouder naar beneden te glijden. Werd ze moe dan viel ze probleemloos op diezelfde schouder in slaap.



Peuter in de mand.

Al gauw werd een mandje achterop de fiets gemonteerd. Een matrasje erin om het teveel aan ruimte op te vullen en een tuigje voor de beweeglijke dame, die, wakker, te vaak ging staan en slapend te vaak onderin de mand zakte.
Een kussentje voor op het mandje, waarop het hoofdje liggen kan voor de onvermijdelijke dutjes en enkele speeltjes aan elastiekjes voor eventueel aanvullend vermaak.
Langs de buitenzijkant zit een holle buis bevestigd, waarin een paraplu gestoken kan worden van doorzichtig plastic en koepelvormig, die de hele mand bedekt en tot het riet reikt. Fijn bij regen, maar ook geschikt voor koude wind. Voor de zon, die op kleine kinderhoofdjes soms toch te fel kan zijn, kan er dan een gewoon kinderparapluutje in, de draaibare van de kinderwagen zijn het handigst.
De mand is naar onze smaak verreweg het meest geschikt om kinderen op tochten mee te nemen. Zitjes voor- en achterop zijn handig voor boodschappen, schoolbrengen of visites in de buurt, maar onkomfortabel op een lange rit. De mand is zijwaarts gericht en geeft het kind meer kijkruimte. Voer hem lekker met kussentjes, waarop het kind bij kamperen kan slapen.
De grote maat mand (ze zijn er verschillende dieptes), blijkt een lange levens- en gebruiksduur te hebben: zo'n 7 jaar door de oudste, die er een slordige 7000 km in doorgebracht heeft, er nu uitbarst maar de volgende kan er nog wel een tijdje in.