Rondreis door socialistisch Polen (2).



KAMPEREN BIJ DE BOER.

Het platteland van Polen zag er vaak nog erg ouderwets uit. Je zag er vaak oudere boeren en boerinnen werken op het land met middelen die bij ons uit de "goede oude tijd" stammen. Er waren wel jongeren maar vaak bleek dat die niet erg goed met de paarden wisten om te gaan. Toen begrepen we ineens wat het was. De kinderen van de boeren woonden in de stad en nu in de vakantietijd kwamen ze met de kleinkinderen bij opa en oma op het land vakantie houden en hielpen ze de oudjes, vaak van de wal in de sloot leek het ons, met de oogst.
Ze bouwden achter hun oorspronkelijke houten huisjes, grote woningen voor twee of misschien wel meerdere gezinnen. De bovenverdiepingen stonden echter altijd leeg; de kinderen bleven niet op het platteland en waren al naar de stad voordat het huis gereed was en de oudjes bleven op de begane grond alleen achter.
In het oosten van het land waren de houten huisjes nog volop in gebruik en kampeerden we bij een kleine boer achter zijn huis. Zijn kinderen, die in Gdansk studeerden, waren ook op bezoek. 's Avonds werden we in huis uitgenodigd mee te eten. Voor vegetariërs een beetje moeilijk, want er werd rijkelijk lever opgeschept. Als we in andere kulturen zijn, weten we dat we onze gebruikelijke ideeën soms wat aan de kant moeten zetten om de mensen niet te beledigen, daarvoor ben je reiziger. Alleen toen de boer tegen Henny zei, dat hij zijn wodka in één teug achterover moest slaan, heeft Henny dat wat afgezwakt: kleine teugjes dan proef je het beter en niet te veel, want anders kunnen we morgen niet fietsen. Ik geloof dat de boer dat wel wat overdreven vond.