Tsjecho-Slowakije, toen nog één land, en Noord-Hongarije (3).
Kerkgang in klederdracht, het deed Henny denken aan zijn geboortedorp Staphorst.
EEN ANDER LAND
Slowakije is weliswaar bergachtiger dan Tsjechië, maar is toch makkelijker te befietsen. De wegen volgen meer de dalen en zijn redelijk vlak met af en toe een klim om het dal uit te gaan, terwijl het in Tsjechië veel meer op en neer gaat. Omdat daar ook veel meer binnenwegen zijn, is het verkeersarmer daarop dan hier in Slowakije. Heel duidelijk verschillend zijn ook de dorpen. In Tsjechië liggen de landelijke, pastelkleurige huizen geschikt rond een kerk of een soort brink met hoge bomen, terwijl in Slowakije de dorpen als linten langs de weg liggen, zo lang dat het ene dorp vaak begon waar het andere eindigde.
Ook de mensen zijn wel anders, vriendelijker, spraakzamer. "Ik spreek geen Tsjechisch" zegt Hiranti tegen een meisje op de camping. "Ik ook niet" antwoordt ze, "maar Slowaaks".
We hebben alleen een Tsjechisch woordenboekje bij ons en als we dat tevoorschijn halen, krijgen we gelijk commentaar. Zelf merken we niet zoveel verschil; chleb is nu chlieb (brood) en boodschappen doen we niet meer bij de potraviny, maar bij een rozlicny tovar.
Lunchrooms waren er maar de keuze in smaken beperkt: alles had chocolade-smaak.
Met de vele oude houten huisjes, meer paardekarren en ganzen, vrouwen met hoofddoekjes, her en der een uiekekje en toch ook wel wat grauwer en minder welvarend, doet het veel Oost-Europeescher aan.
Voor ons doemt het mooiste deel op, het Tatragebergte, met steile pieken aan de horizon. Onbereikbaar voor fietsers, de weg loopt op zo'n 1000 m hoogte onder het gebergte langs, door een overweldigend en ongerept bosgebied, beschermd en onbewoond. Ondanks toerisme geen spoor van rommel, zoals trouwens overal in dit land. Tussen de hoge naaldbomen ligt een enkel vakantieplaatsje met oude, sfeervolle houten huizen uit de vorige eeuw in een gegoede, ouderwetse atmosfeer.
ZIGEUNERS
Onder het afdak van een bescheiden winkelcentrum schuilen we voor de regen. De boodschappen zijn al ingepakt, de brandstof voor ons kooktoestel weer aangevuld met technisky benzin (wasbenzine) uit de drogisterij en wijzelf vol met gebakjes uit de plaatselijke cukrárna. Er staan meer mensen te schuilen, enkelen lijken zo uit India te komen. Zelden heb ik bij zigeuners zo duidelijk gezien waar ze oorspronkelijk vandaan komen. Toch zijn ze al lang ingeburgerd, in kleding verschillen ze nauwelijks van de bevolking en ze wonen ook allemaal in huizen, meestal aan de rand van het dorp of de stad.
"Is zij ook een Tsigana" vraagt een vrouw, die nieuwsgierig bij ons is komen staan en wijst op Hiranti, die uit Sri Lanka stamt. Gelukkig begijpt ze het woord adoptie in het moeizame gesprek.
Buiten wat kleine kinderen, die wel eens verbaasd cerny (zwart) roepen, wordt er nauwelijks op onze drie donkere kinderen gereageerd, hooguit wordt er gevraagd uit welk land ze komen. We krijgen niet de indruk dat hier erg gediscrimineerd wordt, ook de zigeuners lijken meer geïntegreerd en zeker welvarender dan in andere Oost-Europese landen. Hoe de maatschappij precies in elkaar zit, daar kom je fietsend natuurlijk niet achter. Dat er nog niet veel veranderd is sinds de afschaffing van het communisme, is wel duidelijk, dat het ervoor niet slecht geweest is, eveneens.
De dorpen hadden bijna allemaal een vijver als bluswater voor de brandweer en voor de eenden en ganzen.