Uit het lage, witte huisje met blauw omrande deur en ramen kwam 'n vrouw in de boerendracht van de Alentejo: een donkere rok en schort, 'n hoofdoek om met 'n hoedje erop.
"Bom dia", riep ik en opgelucht keek ze me aan, ik sprak haar taal! "Mogen we hier de tent opzetten voor een nacht?" vroeg ik, wijzend op het lieflijk zijdal, waar we tussen akkertjes mais, olijf- en sinaasappelbomen én een oude kurkeik een geschikt plekje gevonden hadden.
"Bem, bem", (goed, goed), knikte ze nieuwsgierig dichterbij komend.
"Olha, olha!", ze schudde verbaasd haar hoofd, allemaal kinderen op de fiets - helemaal uit Lissabon? Wat een eind, die kleintjes ook, tjonge, coitadinhas (stakkertjes) zover te moeten fietsen.
"Nou, we doen het kalm aan", legde ik uit, "elke dag een stukje tot ze moe zijn en dan stoppen we". Ze liep naar de sinaasappelboom toe en plukte voor allemaal een paar vruchten en wees me ondertussen de bron: een troebel poeltje waar water uitborrelde.
"Och," zei ze hardop denkend, "eigenlijk is dat wel leuk zo op de fiets, zo zie je wel veel meer dan op een ezelskar!"
Dat is nog steeds het lokale vervoer in Oost-Portugal, wat we geregeld moesten inhalen.
(Deze reis maakten we eind april - begin juli 1987.)
| |
De volgende delen:
- Afscheid van Portugal.
- Spaanse belevenissen.
- Spanje een leuk land.
- Frankrijk en daarna.
| |